“Klankmuziek - poëzie plus anti-poëzie ineen”. Lyricisering in de jaren zeventig

“ Soundmusic & poetry plus anti-poetry in one”. Lyricisation in the seventies. This article analyzes the use of lyrical techniques in Flemish and Dutch experimental fiction in the 1970s. Discussing literary works by five Flemish and five Dutch writers, it demonstrates the function of lyrical strategies in innovations in narrative technique and language use. The discussion of the individual authors is preceded by a brief sketch of the literary context in Flanders and the Netherlands respectively. Two authors are presented in more detail : Flemish writer Claude Van de Berge and Dutch writer Lidy van Marissing. Important tendencies in 1970s lyrical prose are abstraction and montage. Abstraction refers to the minimization of narration and reference to a recognizable fictional world. Montage means that heterogeneous blocks of text are combined into patchworks, thus creating texts of a highly fragmentary nature. Apart from those techniques the writers explore linguistic polysemy using metaphor and syntactic experiment. A final tendency is the musicalization of fiction : playing with sound and rhythm stresses the musical nature of language and turns the literary work into an oral performance.« Musicalité des sons & poésie et antipoésie réunies » . Lyricisation dans les années soixante-dix. Cet article aborde l’application de techniques lyriques dans la prose expérimentale flamande et néerlandaise des années soixante-dix. Les oeuvres de dix auteurs, cinq flamands et cinq néerlandais, permettront de démontrer le rôle joué par les stratégies lyriques dans la modernisation de la narration et l’utilisation de la langue. Avant de traiter de chacun des auteurs séparément, cet article donnera un bref aperçu du contexte littéraire dans les années soixante-dix en Flandre et aux Pays-Bas. Deux auteurs seront étudiés de manière plus approfondie : le Flamand Claude Van de Berge et la Néerlandaise Lidy van Marissing. L’abstraction et le montage sont des tendances importantes de la prose lyrique des années soixante-dix. L’abstraction implique la minimalisation de l’élément narratif et de la référence à un monde narratif reconnaissable. La technique de montage consiste à rassembler des blocs de textes hétérogènes en une mosaïque, ce qui confère au texte un caractère très fragmentaire. Ensuite, les auteurs étudieront la polysémie linguistique au moyen de la métaphore et d’expériences syntactiques. Une dernière tendance est la musicalisation de la prose : le fait de jouer avec les sons et le rythme accentue la qualité musicale de la langue et transforme l’oeuvre littéraire en une performance orale.In dit artikel wordt de toepassing van lyrische technieken in het Vlaamse en Nederlandse experimentele proza van de jaren zeventig besproken. Aan de hand van werken van tien auteurs, vijf Vlaamse en vijf Nederlandse, wordt gedemonstreerd welke rol lyrische strategieën spelen in de vernieuwing van de verhaalvorm en de taalbehandeling. Aan de bespreking van de individuele auteurs gaat een korte schets vooraf van de literaire context in respectievelijk Vlaanderen en Nederland in de jaren zeventig. Twee auteurs worden uitvoeriger behandeld : de Vlaming Claude Van de Berge en de Nederlandse Lidy van Marissing. Belangrijke tendensen in het lyrische proza van de jaren zeventig zijn abstrahering en montage. Met abstrahering wordt bedoeld dat het narratieve element en de referentie aan een herkenbare verhaalwereld worden geminimaliseerd. De montagetechniek houdt in dat heterogene tekstblokken gecombineerd worden tot collages, waardoor de tekst een sterk fragmentarisch karakter krijgt. Daarnaast exploreren de auteurs door middel van beeldspraak en syntactisch experiment de meerduidigheid van de taal. Een laatste tendens is de muzikalisering van het proza : het spel met klank en ritme accentueert de muzikale kwaliteit van de taal en geeft het literaire werk het karakter van een orale performance.Vitse Sven. “Klankmuziek - poëzie plus anti-poëzie ineen”. Lyricisering in de jaren zeventig. In: Revue belge de philologie et d'histoire, tome 91, fasc. 3, 2013. Langues et littératures modernes Moderne taal en lettrekunde. pp. 629-653